Oignies en Thièrache
Oignies werd vroeger ook wel het dorp van weduwen genoemd, zeker 80% van de vrouwen was er weduwe. Oignies was een arme nederzetting waar vooral mensen woonden die in de leisteengroeven werkten. De werkomstandigheden waren er zo slecht dat vele mannen er het leven bij lieten. U kan zelf ook een kijkje gaan nemen in een groeve, bijvoorbeeld in Hamérienne of Trou des Pauvres.
Alles over de leisteengroeven KLIK HIER (Franstalige tekst)
Domaine des Nobertins
Eigenlijk zou het “Domaine des Norbertins”, “Norbertijendomein”, moeten zijn. Uit onderzoek blijkt dat de “r” ergens verloren gegaan is bij de locale bevolking. Een korte “o” gevolgd door de letter r of s wordt een lange “o” (voorgesteld door “ô”), bijvoorbeeld: borgne wordt bôgne in het Zuid-Waalse dialect.
Het
domein behoorde eens toe aan de Norbetijnen.
De Premonstratenzers of Norbertijnen, is een
kloosterorde van reguliere kanunniken van de Orde van Prémontré.
Deze kloosterorde werd in 1121 door de heilige Norbertus van Xanten
gesticht in Prémontré, een gemeente op een twintigtal kilometer van
Laon in het noorden van Frankrijk.
Norbertijnen
worden ook wel witheren
genoemd naar hun witte habijt en witte kap. De norbertijnen leven volgens de regel
van Augustinus. Hun leuze luidt ad
omne opus bonum paratus
("tot elk goed werk bereid"). Zij leven niet alleen
contemplatief, maar richten zich meer op praktische prediking en
zielzorg. Deze kloosterorde kwam spoedig tot grote bloei.
Norbertijn 1661
De rest van de geschiedenis is er een van pieken en dalen. Regelmatig werden abdijen verlaten en moest uitgeweken worden naar veiliger oorden.
De
Franse revolutie bracht haar aan de rand van de ondergang: kloosters
werden vaak opgeheven, de inwoners verdreven en de gebouwen openbaar
verkocht. In de loop van de 19e eeuw kwam zij echter tot herstel.
(Bron: nl.wikipedia.org)
In 1932 behoorde het Domein toe aan Madame Julia Mineur,
weduwe van Monsieur Baron Mourice Lemonnier (12/01/1860 - 11/09/1930)
afkomstig uit Brussel. Maurice Lemonnier was de zoon van de ontvanger van
posterijen Hubert Lemonnier, voorzitter van de Burgerlijke Godshuizen
in Anderlecht, en van Julie Alexandre. Hij trouwde in 1894 met Julia Mineur (1872-1945). Het
echtpaar bleef kinderloos. Lemonnier
was
advocaat en
burgerlijk mijningenieur. Hij werd gemeenteraadslid van Brussel in
1890 en schepen in 1905. Hij was waarnemend burgemeester Brussel van
26 september 1914. Hij was tevens liberaal parlementslid van 1892 tot
1894 en van 1902 tot aan zijn dood. Hij werd ondervoorzitter van de
Kamer van Volksvertegenwoordigers. In
1922 werd hij opgenomen in de erfelijke adel met de titel van baron. Hij was onder meer Grootofficier in de
Leopoldsorde, Grootkruis in de Kroonorde, Grootkruis in de Order of
the British Empire, Grootofficier in de Légion d'Honneur.
Baron Maurice Lemonnier
Op
de hoek van de l'avenue de Cérès (Brussel) staat een buste in
witte marmer, een sculptuur van Frans Huygelen naar voorbeeld van
Thomas Vinçotte, ingehuldigd in 1932. http://www.irismonument.be
Bij de dood van zijn vrouw, Julia Minieur op 15/01/1945,
werd het Domein verdeeld onder de erfgenamen René Simon, Maurice
Simon, Léon Lenoir en Robert Lenoir.
In 1964 wordt het Domein voor 12 miljoen belgische frank
(ongeveer 300.000 Euro) verkocht aan Mijnheer Van Steenberghe,
Mevrouw Van Steenberghe-Kahn en Joseph Xavier Hubaux. In deze periode
begint de verdeling in percelen en melden de eerste kopers zich aan.
Mijnheer Joseph Hubaux overlijdt op 26/09/1972 en laat
als enige erfgenamen zijn twee kinderen Mijnheer Jacques Joseph
Xavier Hubaux en Marcel Joseph Hubaux achter.
Teneinde de regularisatie van de
bestaande toestand te bekomen en de toelating tot de oprichting van
permanente constructies, in het begin als illegaal beschouwd, werd op
7 oktober 1973 de A.S.B.L. "Les Amis du Bois des Nobertins"
(V.Z.W. "De Vrienden van het Nobertijnenbos") opgericht.
Voor het verkrijgen van de
exploitatievergunning op gemeentelijk vlak werden de statuten en het
reglement van inwendige orde van deze VZW (welke samen de basisakte
vormen) ter goedkeuring voorgelegd aan de gemeentelijke administratie
en de administratie stedenbouw - ruimtelijke ordening van
Oignies-en-Thiérache. Op 25 oktober 1973 heeft het
college van Burgemeester en Schepenen deze basisakte onderschreven
als basisvoorwaarde voor de verdere exploitatie van het Domein.
De Bestendige Deputatie van de
provincie Namen verleende op haar beurt toestemming tot verdere
exploitatie van het domein op 28 november 1973, eveneens op
uitdrukkelijke voorwaarde van de naleving van de statuten en de
reglementen, zoals op dat moment neergelegd en op 7 maart 1974
gepubliceerd in de bijlagen van het Belgisch Staatsblad. Deze
bepalingen, eventueel aangepast aan de gewijzigde wetgeving, zijn nog
steeds onverminderd van toepassing.
De exploitatievergunning omvat de
bepalingen voor de aanleg van de percelen en van het Domein in zijn
geheel zoals de uitbouw, beheer en onderhoud van de «de-facto»
mede-eigendom (wegen, waterwinning en -distributie, ontvangst
hoogspanning en distributie laagspanning) en het toezien op de
naleving van het reglement van inwendige orde.
De «de-facto» mede-eigendom is erkend door de gerechtelijke
overheid. Dit reglement van inwendige orde
geeft aan de vergunningverlenende overheden de verzekering dat de
exploitatie gebeurt in overeenstemming met het optimaal behoud van
het bospatrimonium van het Domein.
Jean et Fientje De Coster
Willy en Godelieve Coppieters
De legende van Mathilde (Josiane Van de Velde)
Marianne